Door Arthur Rörsch
{Arthur Rörsch is (emeritus-) hoogleraar Moleculaire Genetica Universiteit Leiden en oud-lid raad van bestuur TNO.}
Uit het verschijnen van het boek Man-made global warming; unravelling a dogma van Hans Labohm (econoom), Simon Rozendaal (chemicus/journalist o.a. bij het weekblad Elsevier) en Dick Thoenes (emeritus hoogleraar procestechnologie) blijkt dat drie lieden uit zeer uiteenlopende disciplines elkaar hebben gevonden om opnieuw uiteen te zetten dat de conclusies van het ‘Intergovernment Panel on Climate Changes’(IPCC) van de Verenigde Naties over de opwarming van de aarde niet voor zoete koek mogen worden aangenomen.
Een gestaag groeiende groep wetenschappers twijfelt aan de conclusies van het IPCC. De sceptici verzamelden zich rond een aantal websites die door specialisten uit verschillende disciplines worden geredigeerd.
Daarin worden de beweringen vanuit het IPCC betwist.
Bekijk ik als buitenstaander – niet zelf onderzoeker in het vak ‘klimaatverandering’ – de beweringen van IPCC en toets die vervolgens aan de kritiek die erop wordt uitgeoefend, dan kom ik tot de conclusie dat klimaatverandering veroorzaakt zou kunnen worden door de toeneming van CO2 in de atmosfeer, en dat het niet een onzinnige theorie is, maar ook nog niet meer dan een theorie.
Hoe komt het dan dat de redelijke twijfel daarover nog relatief weinig gehoor vind?
Zo’n verschijnsel is niet geheel nieuw in de wetenschap en is op zich zelfs onderwerp van onderzoek geworden.
Het ontstaat doordat een groep gerenommeerde wetenschapsbeoefenaars die gelijkgestemd zijn, een overheersende invloed uitoefent op wat in de officiële wetenschappelijke literatuur wel en niet kan verschijnen.
Zo’n groep geeft onvoldoende ruimte aan andere dan de eigen opvattingen, kan geen kritiek velen, en speelt daarbij ook vaak ‘op de man’, in plaats van ‘op de bal’.
De bekende Amerikaanse astronoom Thomas Gold heeft zo’n groepering de aanduiding ‘kudde’ meegegeven. In zijn jonge jaren is hij er zelf slachtoffer van geweest. Hij is de ontdekker van de neutronenster, maar kreeg aanvankelijk geen toegang tot het gevestigde wetenschappelijke circuit.
Andere inmiddels klassieke voorbeelden van de gedragingen van kuddes, die de voortgang van de wetenschap ernstig hebben belemmerd, zijn de ontdekking van de drijvende continenten door Wegener (een meteoroloog), die vijftig jaar is tegengehouden door de gevestigde geologen, en de totaal verkeerde ontcijfering van het Maya-schrift door Thompson, terwijl de Rus Knorosov (achter het IJzeren Gordijn) de correcte had gevonden.
De laatste werd door eerstgenoemde veertig jaar lang buiten het westerse circuit gehouden met termen zoals it is a Marxist hoax and propaganda play.
Dit theater lijkt zich nu op het terrein van de klimaatverandering (en overigens ook op dat van de biotechnologie) te herhalen.
Voorstanders van ‘Kyoto’ maken sceptici uit voor rechtse radicalen die in dienst staan van de multinationale industrie.
Dat sceptici soms ook hun geduld verliezen, is begrijpelijk omdat zij oprecht van mening zijn dat ‘catastrofisten’ de grondregels voor kritische wetenschapsbeoefening overtreden en hun theorieën verpolitieken.
Dit leidt dan weer tot emotionele, niet altijd wetenschappelijk verantwoorde reacties van hen die een catastrofe zien dreigen.
In het kort, waar gaat de huidige controverse over ‘global warming’ nu eigenlijk om?
De aarde is een ingewikkeld systeem, waarin vele krachten naast elkaar werkzaam zijn.
Dit systeem verkeert in een zogeheten dynamisch evenwicht.
Veranderingen in zonneactiviteit, stand van de aardas en magnetisch veld hebben dit evenwicht op een geologische tijdschaal vele malen verlegd, waarbij klimaatverandering optrad.
Nieuw is dat in de laatste eeuw in hoog tempo fossiele brandstoffen, die miljoenen jaren nodig hebben gehad om zich in het natuurlijke systeem te vormen, nu in korte tijd tot CO2 worden verstookt, waarbij het waarschijnlijk is dat ongeveer de helft daarvan zich in de atmosfeer zal ophopen.
De veronderstelling is voorts dat dit niet goed kan zijn voor het handhaven van het heersende evenwicht, in het bijzonder omdat CO2 warmtestraling absorbeert en dat daarbij de temperatuur aan het aardoppervlak kan stijgen.
Zo’n theorie dient door waarnemingen te worden gesteund.
De IPCC-deskundigen menen dat de eerste tekenen daarvan met een temperatuurverhoging van 0,5 graden Celsius in de twintigste eeuw zichtbaar zijn geworden.
De sceptici betwijfelen op een aantal gronden dat deze verhoging aan CO2-stijging kan worden toegeschreven.
Oorzaak en gevolg kunnen door elkaar zijn gehaald, als de waargenomen CO2-stijging het gevolg is van klimaatverandering (door zonneactiviteit veroorzaakt) en niet omgekeerd.
CO2 is een gas waarvan in het natuurlijke systeem (zonder industriële uitstoot) jaarlijks 150 gigaton wordt geproduceerd en weer wordt opgenomen.
De huidige berekende industriële toevoeging van 10 gigaton per jaar vormt nog maar een rimpel op wat er natuurlijk circuleert.
Het weerwoord van de klimatologisch verontrusten is, dat kleine oorzaken toch grote gevolgen kunnen hebben.
En daarmee zijn we dan weer terug bij af en dient opnieuw de vraag te worden gesteld: welke waarnemingen bevestigen, en welke ontkennen de theorie?
Met name de websites http://www.john-daily.com/ getiteld ‘still waiting for the greenhouse’ en http://www.clearlight.com/ getiteld ‘Global Warming: a chilling perspective’ produceren regelmatig getallen van waarnemingsstations waaruit zij (nog) geen verontrusting afleiden.